De troonrede – elk jaar uitgesproken door de koning – is een soort samenvatting van de politieke plannen en doelen voor het komende jaar. Het lijkt misschien droog en stoffig, maar als je goed oplet, valt er heel wat interessants te ontdekken. Zeker als je kijkt naar de manier waarop er geargumenteerd wordt. In dit artikel duiken we in de troonrede van 2024, niet om te kijken of het allemaal klopt, maar om te zien welke trucs er worden gebruikt om jou te overtuigen.
1. De olympische drogrede
De koning begint zijn speech met een ode aan de Nederlandse sporthelden. Hij wijst erop hoe Nederland op de Olympische Spelen flink scoorde, ondanks dat we een klein land zijn. Maar waarom haalt hij dat aan in een toespraak die vooral over de politiek gaat? Dit is een mooie drogreden, namelijk een valse analogie. De boodschap is: als onze atleten kunnen winnen met doorzetten, kan Nederland ook grote problemen oplossen. Maar het besturen van een land is toch net iets complexer dan de 100 meter sprint. Het lijkt dus alsof de regering iets groots belooft, maar ze gebruiken een vergelijking die eigenlijk niet klopt.
2. Zorgen om migratie? Hier heb je angst!
Een van de hete hangijzers in de troonrede is migratie. Er wordt gesproken over “acute zorgen” rond migratie, de woningmarkt en het gezinsinkomen. Dit roept meteen negatieve gevoelens op bij de luisteraar. Dit noemen we een appèl aan angst. Door nadruk te leggen op zorgen, vooral bij een gevoelig onderwerp als migratie, probeert de spreker de luisteraar op emotioneel niveau te beïnvloeden. De koning (of eigenlijk de regering die hem de tekst geeft) wil dat je je zorgen maakt, zodat je het eens bent met hun harde aanpak. Maar de vraag is: lost angst iets op?
3. Te veel regels? Te veel gedoe!
Een andere claim in de troonrede is dat veel van de problemen in Nederland te wijten zijn aan te veel regels en bureaucratie. Er wordt gesuggereerd dat als we de regels vereenvoudigen, de problemen vanzelf verdwijnen. Dit is een post hoc ergo propter hoc-drogreden, oftewel: na dit, dus door dit. Of regels echt de oorzaak zijn van bijvoorbeeld de woningcrisis of migratieproblemen, blijft onbeantwoord. Het klinkt goed – minder regels, meer vrijheid – maar het is een versimpeling van complexe problemen.
4. Migratieaanpak: strenger, strakker, sneller!
Wanneer het migratiebeleid ter sprake komt, klinken de woorden “strenger, strakker, sneller”. Het klinkt alsof de oplossing simpel is: we moeten gewoon harder optreden tegen migratie. Maar hier hebben we te maken met een overhaaste generalisatie. Niet alle migranten zorgen voor problemen, en niet alle problemen in Nederland komen door migratie. Door migratie als het probleem te framen en “snel en streng” als oplossing te geven, wordt een hele groep mensen ten onrechte over één kam geschoren.
5. Koopkracht: iedereen een plusje?
Dan belooft de troonrede ons nog iets moois: iedereen krijgt volgend jaar een plusje in de koopkracht. Klinkt geweldig, toch? Maar wacht even. Dit is een schoolvoorbeeld van wishful thinking. Ze spelen in op jouw hoop dat alles wel beter zal worden, zonder garanties te geven. Wie zegt dat de economie volgend jaar niet tegenvalt? Het klinkt alsof alles goed komt, maar het is gebaseerd op een optimistische aanname, zonder dat de risico’s duidelijk worden besproken.
6. Parttime werken: doe er nog een schepje bovenop!
Een ander voorstel is dat parttimers meer moeten gaan werken om de krapte op de arbeidsmarkt op te lossen. Dit klinkt simpel, maar is het dat ook? Dit is een simplificatie. Er wordt gedaan alsof de oplossing voor een groot maatschappelijk probleem zo makkelijk is als wat meer uren werken. Maar waarom werken mensen parttime? Vaak omdat ze een balans willen tussen werk en privé, of omdat ze zorgtaken hebben. Het probleem is dus veel complexer dan simpelweg “meer werken”.
7. Veiligheid: zonder Europa gaat het mis
Nationale veiligheid en internationale samenwerking worden ook flink benadrukt. De troonrede stelt dat we ons veilig voelen dankzij samenwerkingen zoals de NAVO en de EU. Dit is een stropopredenering. Het lijkt alsof er een groot gevaar op de loer ligt als we niet samenwerken, terwijl de tegenstanders van zulke samenwerkingen misschien hele andere, meer genuanceerde standpunten hebben. Door die niet te benoemen, maakt de regering het zichzelf makkelijk.
Conclusie: drogreden als politieke truc
Politieke toespraken zoals de troonrede zijn vaak volgepakt met retorische trucs. De koning (lees: de regering) gebruikt drogredenen zoals angst, simplificatie en valse vergelijkingen om je te overtuigen van hun plannen. Het is belangrijk dat je als vwo’er leert om door deze argumentaties heen te prikken. Wees kritisch, stel vragen en laat je niet te snel meeslepen door mooie woorden of grote beloftes.
Wie weet kun jij de volgende keer zelfs je vrienden uitdagen: wie ontdekt de meeste drogredenen tijdens de troonrede?
Ad 1: de opening van de troonrede bestempelen als een valse analogie is nogal discutabel. Het standpunt van de koning is dat een klein land als Nederland tot grote prestaties in staat is. Als voorbeeld worden de prestaties op de Olympische Spelen genoemd. Argumentatie gebaseerd op voorbeelden dus, geen valse analogie.
Natuurlijk is er de suggestie dat dit kabinet dus ook tot grote daden in staat moet zijn maar dat wordt niet expliciet gezegd. Ik zou dat bestempelen als een goede opening dat effectief inspeelt op de gevoelens, niet als een drogreden die een redelijke discussie in gevaar brengt.
Voor beiden valt wat te zeggen, vind ik. Misschien kan die opening juist worden gezien als een slimme retorische zet om een positieve toon te zetten.
Mooi discussiepunt voor in de klas.